Dit blijkt uit een enquête van Tijdschrift voor Verzorgenden –vakblad voor verzorgenden- onder bijna duizend verzorgenden die werken in de VVT. De centrale vraag hierin was hoe verzorgenden de eerste coronagolf in het voorjaar hebben ervaren, en hoe ze aankijken tegen een eventuele nieuwe golf.
Onvoldoende beschermende middelen
Een van de grootste ergernissen was het tekort aan beschermende middelen in de verpleeghuizen en de thuiszorg. Volgens bijna de helft van de verzorgenden (47 procent) waren er onvoldoende beschermende middelen aanwezig. 1 op de 10 respondenten geeft zelfs aan dat er nooit beschermende middelen waren. ‘De helft van de bewoners en meer dan de helft van het personeel is besmet geraakt en nog moesten wij smeken om beschermingsmaterialen en om getest te mogen worden’, aldus een van de respondenten. ‘We hadden een schietschijf op onze rug’, vertelt een ander. ‘Eén mondkapje voor de hele afdeling’, aldus een respondent. Ook berichtten de verzorgenden over ondeugdelijk materiaal. Zo moesten verzorgenden met een fors postuur een regencape omdoen, en wordt er gemeld dat schorten scheurden bij het aandoen. 38 procent van de verzorgenden zegt niet te gaan werken als er bij een tweede golf onvoldoende beschermende middelen zijn: ‘Werk is werk en niet iets om voor dood te gaan. Zeker niet voor dit loon.’
In de steek gelaten
Bijna alle verzorgenden (93 procent) geven in de enquête aan dat de overheid en het RIVM onvoldoende oog hadden voor de VVT-sector. Het draaide vooral om de IC’s en de verpleegkundigen in ziekenhuizen, vinden veel respondenten. Een greep uit de reacties: ‘In het begin hoorde je ze helemaal niet over de thuiszorg en dat deed pijn’, ‘De ouderenzorg stond achteraan in de rij voor alles’, ‘Ik voelde me in de steek gelaten.’ Ook werden er vraagtekens gezet bij de maatregelen. Zo zijn veel verzorgenden boos dat ze bij klachten gewoon moesten werken: ‘Wie weet hoeveel besmettingen daardoor in verzorgingshuizen zijn begonnen?’ aldus een respondent. Een andere verzorgende: ‘Alleen al dat gesteggel over die mondkapjes, daar werd ik gek van.’
Ook het bezoekverbod had een grote impact op verzorgenden. Zo meldt 69 procent dat het voor schrijnende situaties aan het sterfbed zorgde, en zag 82 procent dat het verbod hun bewoners veel verdriet deed. Een respondent: ‘Ik heb een aantal cliënten zien overlijden door eenzaamheid: hoogbejaard, depressief, niet willen eten, overlijden.’ Het leed van hun bewoners werd gevoeld door de verzorgenden: ‘Ik werk bijna veertig jaar in de zorg, maar dit is geestelijk de zwaarste tijd geweest’, vertelt een respondent. Enkele verzorgenden melden dat hun bewoners met dementie juist baat hadden bij minder bezoek, en dus minder prikkels. Veel verzorgenden pleiten voor maatwerk bij een eventuele nieuwe coronagolf. Bijvoorbeeld door bezoek van de contactpersoon nog wel toe te staan.
Sinds de eerste golf voelen verzorgenden zich meer vermoeid (71 procent). Een aantal van hen is nog steeds herstellende van een covid-19-besmetting. Meer dan de helft geeft aan zich meer verdrietig, boos, prikkelbaar en gespannen te voelen. ‘Ik ben gebroken door de situatie’, meldt een respondent. Een derde van de verzorgenden (34 procent) heeft last van flashbacks, meer dan de helft (56 procent) kampt met slaapproblemen, concentratieproblemen (58 procent) en fysieke klachten ( 59 procent). Maar er zijn ook positieve geluiden: 36 procent geeft aan sinds de eerste golf trotser te zijn om verzorgende te zijn. ‘Door dit mee te maken weet ik dat ik het juiste werk doe’, vertelt een verzorgende.
Tweede golf
De meeste verzorgenden (84 procent) zijn bang voor een tweede golf. Ruim de helft (54 procent) van de verzorgenden zegt hier niet klaar voor te zijn. ‘Ik moet nog steeds bijkomen’, aldus een respondent. Om wél klaar te zijn voor een tweede golf, geven verzorgenden aan dat ze meer waardering, meer handen aan het bed en voldoende beschermende middelen nodig hebben. In totaal namen 994 verzorgenden deel aan de enquête.