Hoe kwamen jullie op het idee van deze expositie?
‘Bij het FNI vind je veel over de historie van de verpleegkundige, maar we misten een stuk geschiedenis van de ziekenverzorgende en vigger. Ook vanuit het veld hoorden we vragen over wat de historie van dit vak nou eigenlijk is. Dus gingen we hier anderhalf jaar geleden mee van start. Het resultaat is een uitgebreide online expositie met foto’s, geschiedenis én persoonlijke verhalen.’
Hoe ging de research in zijn werk?
‘We zijn heel erg de literatuur ingedoken en de archieven van het FNI: tijdschriften, rapporten van onderzoeken, maar we hebben ook veel mensen uit het vak gesproken. Maar de expositie blijft in ontwikkeling, ook nu hij online staat: verzorgenden hebben de gelegenheid om reacties achter te laten en verhalen te delen.’
Hoe was het om in deze geschiedenis te duiken?
‘Een feest der herkenning! Ik ben zelf ziekenverzorgende en opgeleid in de jaren tachtig. Het vak en de opleiding zagen er destijds zo anders uit dan nu. Je had de inservice-opleidingen met de zusterflats, wat bij bijna alle verzorgenden wel herinneringen oproept. Zoals de strenge mentrix, ook ‘huismoeder’ genoemd, die de orde moest bewaken en zorgde dat je alles netjes hield. Je moest een panty aan als de R in de maand was. Al was het 30 graden in april, die panty móest aan. Je werd enorm betutteld. Sommige zusterflats hadden op de begane grond zelfs tralies voor de ramen, zodat leerlingen geen jongens konden binnenlaten via het raam, haha!’
Wat staat je nog meer bij?
‘De hiërarchie op de afdeling. Toen ik werd opgeleid leerde ik dat je geen weerwoord mocht hebben als een arts langskwam voor artsenbezoek. Een herinnering die me bijblijft: ik moest in het verpleeghuis ’s nachts vier rondes lopen om te checken of bewoners nat waren. Een dame had de hele nacht gespookt en was om vier uur eindelijk in slaap gevallen. Ik zag om vijf uur dat ze in bed had geplast, de deken was nat. Maar omdat ze eindelijk sliep, gaf ik haar een schone deken en liet ik haar doorslapen. Toen ik dat de volgende ochtend aan de hoofdzuster meldde, kreeg ik enorm op mijn donder: ik had haar moeten verschonen én het was zonde van de schone deken.’
Wat valt op aan de online expo?
‘Als je alles op een rij ziet, valt op dat de verzorgende vanaf de jaren vijftig een speelbal is geweest van de werkgevers, arbeidsmarkt, onderwijs en de vakbonden. De beroepsgroep zelf heeft eigenlijk nooit echt zeggenschap gehad over het vak. Vooral de arbeidsmarkt is bepalend voor waar de verzorgende mocht werken, en wat wel en niet mag.’
Hoe bedoel je?
‘Tijdens mijn opleiding leerde ik bloeddruk meten, maar in de praktijk mocht ik dit niet doen, omdat er in die tijd voldoende verpleegkundigen waren om dit te doen. Het ene moment mocht je wel katheteriseren, het andere moment niet. Wat je nu ook ziet: door de grote tekorten in de zorg, wordt er enorm aan de opleiding tot verzorgende ig geschaafd. Je kunt de opleiding in steeds kortere tijd doen. Terwijl je de tijd nodig hebt om dit mooie vak fatsoenlijk te leren.’
Wat is het doel van de online expositie?
‘We hopen dat verzorgenden er beroepstrots uit halen en mooie herinneringen kunnen ophalen. Maar daarnaast is het ook belangrijk om te weten over de geschiedenis van je vak. Het laat de oorsprong van het vak zien en hoe essentieel het is dat verzorgenden meer zeggenschap krijgen over de ontwikkeling van hun beroep. Zorgopleidingen en beleidsmakers kunnen ook kijken en lessen leren uit het verleden.’