1. Goed lezen

Het klinkt misschien heel simpel, maar hier worden veel fouten in gemaakt. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd hoeveel tabletten je per keer moet geven, maar in de som staat het (ook) per dag gegeven.

Mijn tip is dan ook om eerst de vraag te lezen en daarna pas de opgave zelf.

Voorbeeldvraag :

Een cliënt dient 4x per dag 500 mg medicatie te ontvangen. Aanwezig zijn tabletten met een sterkte van 250 mg per stuk.

Hoeveel tabletten geef je per keer?

Antwoord:

Voorschrift:                       500 mg per keer

Aanwezig:                          250 mg per stuk

V : A                                  500 : 250 = 2 tabletten per keer.

Stel dat de vraag nu was om het aantal tabletten per dag te geven dan werd het 2 x 4 = 8 tabletten per dag.

2.  Eenheden kunnen omrekenen

Het lijkt een beetje op tip 1 (goed lezen), maar dan net iets anders. Het komt bijvoorbeeld vaak voor dat de omvang van zak NaCl gegeven wordt in aantal liters, maar dat er gevraagd wordt om te rekenen met milliliters. Je moet hierbij kennis hebben van het metriek stelsel. 1 liter staat gelijk aan 1.000 milliliter. Hetzelfde is van toepassing bij gewicht wat wordt uitgedrukt in grammen.

Check deze pagina waar het eenheden omrekenen stapje voor stapje aan je wordt uitgelegd.

3. Basisvaardigheden onder de knie hebben

Voordat je echt kunt starten met Verpleegkundig Rekenen is het van belang eerst de basisvaardigheden onder de knie te hebben. Hiermee bedoel ik dat je een aantal zaken van het rekenen kunt toepassen. Als je bijvoorbeeld niet weet hoe je moet afronden en je moet een druppelsnelheid afronden op hele druppels kom je nog niet tot het juiste antwoord, zo zonde!

Welke onderdelen zijn handig om onder de knie te hebben:

• Rekenen met procenten : dit komt o.a. terug bij concentraties en oplossingen;
• Rekenen met tijd: dit komt o.a. terug bij zuurstof en het instellen van een pomp;
• Afronden van getallen: dit komt terug bij o.a. druppelsnelheid en het instellen van de pomp;
• Toepassen van de rekenregels: dit komt o.a. terug bij zuurstof en druppelsnelheden.
• Omrekenen van eenheden: dit komt bij vrijwel alle onderdelen terug.

4. Maak gebruik van één rekenstrategie

Er zijn veel manieren om tot het goede antwoord te komen. Voor jou kan een manier super logisch zijn, terwijl je klasgenoot of collega denkt: hellup, wat bedoel je!? Het is het fijnste om niet allerlei uitleg door elkaar te gaan gebruiken. Wanneer je bijvoorbeeld vertrouwd bent met het maken van een verhoudingstabel, blijf dit dan toepassen. Of kan je bijvoorbeeld heel goed uit de weg met kruislings vermenigvuldigen, blijf dit dan gebruiken. Mocht je echt geen idee hebben, begin dan met het toepassen van de formules voor Verpleegkundig Rekenen. Door veel met deze formules te oefenen ga je opgaves herkennen en kun je ze uiteindelijk zonder formuleblad toepassen. Werk hierbij altijd met kladpapier en ga gestructureerd te werk.

Download hier het formuleblad met alle tips en trucs voor Verpleegkundig Rekenen >>

5. Oefen oefenen oefenen…

Het is oneerlijk, maar de ene rekent nu eenmaal makkelijker of sneller dan de ander. Ik ben er alleen van overtuigd dat het behalen van de je toets(en) voor Verpleegkundig Rekenen voor (bijna) iedereen haalbaar is. Hiervoor is het van belang dat je heel veel gaat oefenen. Mijn motto is dan ook O.B.K. oftewel Oefening Baart Kunst. Rekenen is echt een vaardigheid waarbij je vooruitgang ziet door het te blijven doen en te herhalen. Handig dat ik een e-learning heb waarbij je dit kunt doen. Van elk onderwerp zijn wel meer dan 30 oefenvragen. Bij elkaar opgeteld zitten er bijna 1.000 vragen in de Meneer Megens Academy. Zo kan je eindeloos blijven oefenen met steeds nieuwe vragen, zonder dat de je antwoorden inmiddels al van buiten weet.