Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Casus multicultureel verzorgen: familie wil cliënt niet vertellen dat ze stervende is

Sigrid Starremans
Mevrouw Yildiz is stervende, maar haar familie wil niet dat ze dat weet. De verzorgenden hebben hier moeite mee. Moeten ze zich erbij neerleggen? Deskundigen geven advies.
Foto: AdobeStock

Mevrouw Yildiz (83) heeft leukemie in het terminale stadium. Ze wordt thuis verzorgd. Haar familie heeft verzorging en arts op het hart gedrukt haar niet te vertellen dat ze stervende is. Dat zou haar alleen maar verdrietig maken.

De verzorgenden zitten in een lastig parket. Het voelt niet goed dat een cliënt niet weet dat het einde nadert. Maar ze willen ook niemand voor het hoofd stoten. Het is hun bedoeling de gebruiken en waarden te respecteren die mevrouw heeft vanuit haar (Turkse) cultuur. Bovendien spreekt mevrouw niet goed Nederlands. Bij vragen verwijst ze naar haar kinderen; die weten wat het best voor haar is. Moeten de verzorgenden de situatie accepteren en verder geen actie ondernemen?

Niet ingaan op het verzoek van de familie, maar altijd (eerst) met de cliënt spreken. Dat is in dit soort situaties het advies van Sabijn van Rijsewijk en Hakki Demirkapu. Eerstgenoemde werkt als islamitisch geestelijk verzorger in het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem, terwijl Demirkapu huisarts is in Brussel.1 ‘De cliënt moet altijd centraal staan; hij heeft het recht om te weten wat zijn diagnose is. Maar ook om dat niet te weten, dat wordt nogal eens vergeten. Ook dat moet je overleggen met de cliënt zelf.’

Deuren openen

Hoe pak je dat aan? In de ideale situatie vraag je de cliënt al vroeg in het proces wat hij wil weten over zijn ziekte en prognose. Mevrouw Yildiz spreekt geen Nederlands. Maar ook dan is er volgens de deskundigen vaak meer mogelijk dan je denkt als je de tijd neemt voor een gesprek. Demirkapu: ‘Leer bijvoorbeeld wat woordjes in de eigen taal. Dat opent zoveel deuren.’

Van Rijsewijk benadrukt dat het ook belangrijk is om te investeren in de persoonlijke relatie met de cliënt: ‘Bij cliënten met een Turkse of Marokkaanse achtergrond komt niet de medische, maar de interpersoonlijke relatie op de eerste plaats. Het stellen van persoonlijke vragen is belangrijk, nog meer dan bij andere cliënten. Hoeveel kleinkinderen heeft mevrouw, waar is ze geboren? Op die manier kun je het vertrouwen winnen en aansluiten bij de beleving en de manier van communiceren van de cliënt.’ Zijn er toch te veel (taal)problemen? Dan kun je een tolk inschakelen of een geestelijk verzorger die de taal spreekt. Demirkapu adviseert voorzichtig te zijn met tolken door familieleden. ‘De ervaring is dat familie – om de cliënt te beschermen – de boodschap niet altijd goed vertaalt of uitlegt.’

Voorzichtig

Blijkt na het gesprek dat mevrouw Yildiz wil weten wat haar vooruitzichten zijn? Wees dan voorzichtig met hoe je de boodschap brengt. Demirkapu en Van Rijsewijk raden af in een slechtnieuwsgesprek uitspraken te doen als: ‘Het ziet er zeer slecht uit’ of ‘We kunnen niets meer voor u doen.’
Dat geldt ook voor communicatie met de familie. Van Rijsewijk: ‘Veel mensen met een etnische achtergrond zijn niet gewend om op deze manier te communiceren en willen dat ook niet. Daarmee verlies je de cliënt, die het idee kan hebben dat er geen rekening wordt gehouden met zijn gevoelens. Bovendien is doorgaans de opvatting dat een zorgverlener dit soort dingen niet kan weten, omdat alleen God bepaalt wanneer iemand overlijdt.’
Demirkapu: ‘In Nederland vindt men openheid en autonomie belangrijk. Wees daar voorzichtig mee bij deze cliëntengroep. Tast af hoe de cliënt en de familie erin staan. Als ze bang zijn voor de dood, is het menselijker om voorzichtig te communiceren. Máár,’ waarschuwt hij, ’trap vervolgens niet in de valkuil om te weinig informatie te geven.’
Wil je meer weten over cultuursensitieve zorg? Bezoek dan het Cultuursensitieve Zorg congres van 17 november 2023.

Dit artikel stond eerder in Nursing

Noot

1. Hakki Demirkapu doet onder meer onderzoek naar vroegtijdige zorgplanning bij etnische minderheden. Hij geeft lezingen over cultuur-sensitieve gezondheidszorg.

De terminale fase

Sommige families met een niet-westerse achtergrond willen niet dat zorgverleners met de cliënt communiceren over ziekte en prognose. ‘Men wil de cliënt hoop blijven geven en niet kwetsen. Ook kan de familie denken dat de cliënt sneller achteruitgaat als hij de slechte diagnose kent’, aldus Sabijn van Rijsewijk en Hakki Demirkapu.
Uiteraard speelt dit niet bij alle cliënten met een migratieachtergrond. Uit een onderzoek van Demirkapu onder Turkse ouderen bleek dat een groot aantal wél betrokken wil worden bij de zorgverlening en de prognose wil weten. Ook kan er verschil zijn tussen generaties. Sensitief en empathisch communiceren is bij alle cliënten belangrijk, maar dat geldt zeker bij cliënten met een moslimachtergrond, stellen Demirkapu en Van Rijsewijk. Voorbeelden:
    • Niet: ‘Uw vader is heel ziek’. Wél: ‘We zullen goed voor uw vader zorgen.’
    • Niet: ‘Het ziet er zeer slecht uit’. Wél: ‘We hebben alles gedaan wat mogelijk was, het is niet meer in onze handen.’
    • Niet: ‘Uw moeder gaat overlijden.’ Wél: ‘We zien uw moeder achteruitgaan.’ Of: ‘We doen ons best uw moeder geen pijn te laten lijden.’

Verzorgen van moslimcliënten in coronatijd: wat moet je weten?

  • Laat een geestelijk (islamitisch) verzorger langskomen voordat een moslimpatiënt overlijdt of naar het ziekenhuis gaat. Voor moslims is het belangrijk dat ze vóór hun (eventuele) dood de geloofsbelijdenis (Sjahada) kunnen uitspreken. Als de familieleden niet in de kamer kunnen zijn, kijk dan bijvoorbeeld of ze achter het raam kunnen meebidden, zodat de cliënt hen ziet. Is de cliënt niet in staat de geloofsgetuigenis uit te spreken? Dan kan een naaste dat doen, zodat de cliënt het hoort. Ook de islamitisch geestelijk verzorger kan het doen, als er geen familie aanwezig is.
  • Moslims die gaan overlijden, krijgen vaak veel bezoek. Het is een laatste gelegenheid om dingen met elkaar uit te spreken en elkaar te vergeven. Bezoek weigeren is moeilijk voor de familie. Mag de cliënt vanwege de coronaregels geen bezoek ontvangen, dan is het makkelijker voor de familie om te zeggen dat de arts of verpleegkundige het verboden heeft.
  • Rituele wassing is niet verplicht: de verplichting voor rituele wassing valt weg in deze situatie (pandemie).
  • Er mag geen begrafenisgebed worden gehouden (een gebed dat na de rituele wassing wordt uitgesproken, in het bijzijn van veel mensen).