Sputum is slijm dat uit de diepe luchtwegen wordt opgehoest. Hierin zit speeksel en stoffen afkomstig van ontstekingsprocessen, zoals etter en bloed. Slijm is met name vocht dat geproduceerd wordt door cellen om schadelijke stofdeeltjes af te voeren. Meestal zitten er maar weinig (dode) witte bloedcellen (etter) in, tenzij er een echte forse bacteriele ontsteking speelt. Sputum wordt geproduceerd om schadelijke stoffen die in je longen zitten –zoals bacteriën en stofdeeltjes- eruit te krijgen. Een gezond persoon produceert in de luchtwegen voortdurend slijm, dat voor meer dan negentig procent uit water en voor de rest uit mineralen bestaat. Dit wordt (vaak) onbewust ingeslikt. Dit slijm ondergaat bij verschillende ziekten veranderingen, waardoor er sputum ontstaat.
Symptoom
Sputum is altijd een symptoom van een lichamelijk probleem. Onder andere mensen met COPD, astma, chronische bronchitis of een flinke griep kunnen sputum gaan produceren. In een aantal gevallen stopt het ophoesten van sputum, bijvoorbeeld wanneer de griep over is, of de longontsteking met antibiotica behandeld. Maar in het geval van COPD of een chronische infectie, zal iemand voor de rest van zijn leven last van sputum houden.
Over het algemeen is sputum blank van kleur. Het is belangrijk om als verzorgende alert zijn op kleurverandering. Op internet kun je soms mooie kleurenschema’s vinden waarbij elke kleur van sputum staat voor een bepaalde onderliggende ziekte. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit niet klopt. Sander de Hosson, longarts in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen: ‘In tegenstelling tot wat veel mensen denken, zegt de kleur van het sputum niks over de onderliggende ziekte. Zo wordt er bijvoorbeeld bij groen sputum onterecht gedacht: er is sprake van een bacteriële infectie. Dat klopt niet. Bij sputum is er altijd sprake van een ontsteking, maar die is niet opeens veranderd in een bacteriële infectie omdat het sputum groen is. Wel kan kleurverandering duiden op een toename van een luchtwegontsteking. In dat geval kan een behandeling met prednison noodzakelijk zijn. Waarschuw dus altijd een arts wanneer het sputum opeens van kleur verandert, of wanneer er plots veel meer sputum geproduceerd wordt dan voorheen.’ Bloed in sputum is een alarmsymptoom. Dit kan betekenen dat je cliënt een longontsteking, maar soms zelfs longkanker of een longembolie heeft.
Drie lagen
Als je sputum in een potje opvangt, kun je soms drie lagen onderscheiden. Dit wordt ‘three layered sputum’ genoemd (drielagig sputum). De onderste laag bestaat uit etter, de middelste uit vloeistof en de bovenste uit schuim. Dit kan duiden op aanwezigheid van de pseudomonas bacterie, wat betekent dat er sprake kan zijn van bronchieectasieën. Dat houdt in dat de diepe luchtwegen zijn uitgezet. Als de cliënt wil hoesten, komen de luchtwegen niet goed tegen elkaar aan, waardoor slijm niet naar boven gestuwd kan worden. Dit ziektebeeld zie je vaak bij mensen met taaislijmziekte (cystic fibrosis), maar kan ook voorkomen bij cliënten met terugkerende longontstekingen of astma. Deze bacterie is moeilijk te behandelen.
Benauwdheid
Als je cliënt sputum heeft, heeft hij hier op verschillende manieren last van. Ten eerste kan het benauwdheid veroorzaken. Als je benauwd bent, is je lichaam constant aan het werk om frisse lucht binnen te krijgen, wat energie kost. De Hosson: ‘Daarnaast is sputum een uiting van een onderliggende ziekte, die ook al veel energie kost.’ In de longen zelf zitten geen pijnzenuwen, het hoesten kan wel zeer pijnlijk zijn voor de keel en het spierenstelsel. Iemand met broze botten kan zich zelfs een ribbreuk hoesten. Wanneer het sputum niet goed kan worden opgehoest –en de bacteriën dus in de longen blijft zitten, kan dit een longontsteking tot gevolg hebben. Een aandoening die bij kwetsbare ouderen een fatale afloop kan hebben.
Het is dus heel belangrijk dat cliënten sputum goed kwijt kunnen. Als verzorgende is het je taak om hierbij te helpen en adviseren. Vaak heeft iemand een hoestreflex, maar als deze is afgenomen kun je aan een reutelende ademhaling horen dat er sprake van sputum in de longen is. In dat geval is het belangrijk dat je je cliënt bijstaat bij het ophoesten hiervan. Laat de cliënt hierbij niet op de rug in bed liggen. Zet hem/haar rechtop, zodat het slijm beter los kan komen en de longen zo goed mogelijk met lucht gevuld kunnen worden. Er zijn diverse hoesttechnieken waardoor de sputum naar boven komt (zie kader). Heeft je cliënt last van benauwdheid, dan zijn er ademhalingstechnieken die de benauwdheid kunnen doen afnemen (zie kader). Je cliënt kan deze ademhalingstechnieken het beste aangeleerd krijgen door een fysiotherapeut. De Hosson: ‘Ik adviseer verzorgenden altijd om –indien mogelijk- de cliënt zelf het bakje of de zakdoek vast te houden waar hij de sputum in ophoest. Want dat is prettiger voor de cliënt, die zich wellicht schaamt.’ Als een cliënt een zakdoek gebruikt, zorg dan dat deze tijdig wordt vervangen door een schone zakdoek. Anders steekt de cliënt steeds de neus in de bacteriën. Wanneer er sprake is van lichamelijke verzwakking waardoor het ophoesten moeizaam gaat, zorg je ervoor dat de cliënt rechtop in bed zit, bijvoorbeeld met behulp van kussens. Indien nodig, leg je het hoofd zo dat het sputum uit de mond kan lopen. Overleg dit met een arts of de fysiotherapeut. Maak de mond regelmatig schoon met een gaasje.
Je kan als verzorgende de opdracht krijgen om een sputummonster te verzorgen voor onderzoek in het laboratorium. Er wordt dan bekeken wat de onderliggende oorzaak van sputum is. Het allerbelangrijkste is dat dit in een steriel potje gebeurt, zodat doktoren van de juiste bacteriën een kweek kunnen maken. Je kunt het beste ’s ochtends een monster afnemen, omdat er dan het meeste sputum geproduceerd wordt. Zorg ervoor dat je cliënt rechtop zit, laat hem een paar keer diep inademen via de neus en uitademen via de mond (zie kader), en voldoende sputum ophoesten in het potje. In sputum zitten veel bacteriën, dus zorg ervoor dat je jezelf hier voldoende tegen beschermt door handschoenen te dragen en naast de cliënt te staan wanneer hij hoest, en niet ervoor. Op deze manier voorkom je dat je spetters sputum in je gezicht krijgt. Sluit het potje af en stuur het zo snel mogelijk naar het lab.
Er zijn diverse manieren om sputum te verminderen of zelfs te laten verdwijnen. Bijvoorbeeld door de onderliggende oorzaak –zoals een longontsteking of een griep- te behandelen. De Hosson: ‘Het is dan ook altijd belangrijk om de neus als onderdeel van de luchtwegen ook te behandelen. Omdat anders de ontsteking aan de luchtwegen nooit helemaal te genezen is. Er kan ook slijm uit de neus via de achterkant in de luchtwegen druppelen. Deze zogenoemde post nasal drip kan een factor zijn die de luchtwegen ontstoken houdt.’ Als verzorgende is het belangrijk om in de gaten te houden of de cliënt een loopneus krijgt, of dat er slijm uit de neus komt. Dit kan namelijk wijzen op een voorhoofdsholteontsteking. Een loopneus bij ouderen klopt niet en je kunt hier iets aan doen. Bijvoorbeeld spoelen met bijvoorbeeld fysiologisch zout, of een neusspray gebruiken. Om de benauwdheid ten gevolge van sputum tegen te gaan, kan de cliënt door een arts ‘pufjes’ voorgeschreven krijgen. ‘Er zijn drie soorten: twee soorten zorgen dat de luchtweg verwijd wordt, zodat de cliënt minder moeite met ademhalen heeft. In de derde soort zit prednisolon, een ontstekingsremmer. Dit kan zorgen voor een afname van de ontstekingsreactie, zodat er minder sputum geproduceerd wordt.’ In tegenstelling tot wat veel verzorgenden denken, werken middeltjes als Fluimicil niet om het slijm op te lossen. ‘Daar is evidenced based onderzoek naar gedaan: het helpt niet. Daarom wordt het ook niet meer door de zorgverzekeraar vergoed’, aldus De Hosson. ‘Het is onduidelijk waarom dit toch gebruikt wordt ondanks het wetenschappelijk bewijs. Er zijn eigenlijk geen goede slijmoplossers. De eerder genoemde pufjes kunnen goed helpen het slijm los te krijgen en soms wil ouderwets vernevelen met fysiologisch zout goed helpen. Dit geeft ook een hoestprikkel.’
Veel verzorgenden vinden het opvangen van sputum –naast het geven van mondzorg- een van de vervelendste klusjes van het vak. Om je hiertegen te wapenen, kan het helpen om in te denken dat het voor de cliënt al onprettig genoeg is om last van sputum te hebben. Hij kan zich schamen voor het ‘gerochel’, wat familieleden, maar ook verzorgenden onsmakelijk kunnen vinden. De Hosson: ‘Maar als je hiervan walgt, had je beter voor een baan in de IT kunnen kiezen. Het is voor cliënten al vervelend genoeg om last van sputum te hebben, het is je taak als verzorgende om ze hierin zo goed mogelijk bij te staan, niet om de schaamte te verergeren. Het is gewoon iets dat bij je vak hoort.’
Test je kennis over sputum met deze online quiz >>