‘OPA HOORT U MIJ?!’ Ik sta op het balkon van mijn opa, in het zorgcentrum waar hij woont. Op mijn sokken, want uit hygiëne-overwegingen heb ik mijn schoenen buiten zijn appartement uit gedaan. Ik brul in mijn mobiele telefoon, terwijl opa in zijn appartement driftig op het knopje van zijn seniorentelefoon drukt. Ik heb een wit stickertje op de juiste toets gedaan, zodat hij het knopje beter kan onderscheiden van de rest. De telefoon blijft eindeloos overgaan, ik steek mijn hoofd naar binnen: ‘OP HET KNOPJE DRUKKEN OPA’, roep ik naar hem, ‘HARDER DRUKKEN!’ Opa drukt. Met zijn ene duim, met de andere duim. Met twee duimen over elkaar. Het lukt niet.
Mijn opa is 98 jaar. Na een val in zijn huis, zeven jaar geleden, brak hij zijn heup, belandde hij in een rolstoel en moest hij noodgedwongen naar het zorgcentrum verhuizen. Tussen de oren is alles top, op soms wat warrigheid na. Maar hij hoort slecht, ziet ondanks zijn bril niet alles even goed meer en is motorisch ook niet meer zo vaardig met de vingers. Zo krijgt hij met moeite de tv aan om het Acht uur journaal te kijken, stapelen de NRC’s en Elseviers zich op, en kan hij zijn telefoon niet opnemen. Opeens hoor ik een klik in mijn telefoon. Het is gelukt! Ik blèr: ‘HALLO? HALLO? HALLO? HOORT U MIJ OPA? HALLO?’ Opa’s stem klinkt aan de andere kant: ‘Hallo, hallo wie stinkt er zo? Het mannetje van de radio!’ Ik stap gierend van het lachen opa’s appartement binnen. Hij kijkt me trots aan, blij dat zijn grapje aansloeg.
Ik test niet voor niets de telefoon van mijn opa uit: veel zorginstellingen hebben de deuren gesloten voor bezoek, en ik weet dat het een kwestie van tijd is dat ook de deuren van het zorgcentrum van mijn opa dicht zullen gaan. Dus zoek ik wanhopig naar manieren om toch met hem in contact te blijven. Mijn opa en ik zijn erg close. Elke week lunchen we samen en eten we een lekkerbek op brood. Opa vertelt me over de oorlog, waarin hij zich met zijn broer en vader onder de vloer verstopte, om aan de dienstplicht te ontkomen. Over de ratten die er met hun brood vandoor gingen en de angst die ze voelden. Ik vertel hem over mijn enigszins dramatische liefdesleven. ‘Opa, ik heb een vriend, hij is niet Nederlands.’ Opa: ‘Toch geen Duitser hè?’ Opa zit regelmatig op de praatstoel, en dan valt er geen speld tussen te krijgen. Maar soms lukt het me wel, zoals toen mijn hart een paar maanden geleden in duizend stukken brak. ‘Opa, ik ben nog zo verdrietig…’ ‘Houd moed, kind. Wie weet wat de toekomst nog voor je in petto heeft.’
Coronastress bij verzorgenden
Deze week bezocht ik opa bijna dagelijks en steeds opnieuw nam ik op twee meter afstand afscheid alsof het de laatste keer was. ‘Dag opa, ik hou van u hè! U bent mijn ventje.’ ‘Ik ook van jou. En jij bent mijn wijffie.’ Hij hield zijn armen gespreid voor een knuffel. ‘Nee opa, dat mag niet. Door corona.’ Nu stromen dikke tranen over mijn wangen, want de kogel is door de kerk: een lock-down voor alle zorginstellingen waar ouderen wonen. Ik zag het aankomen, maar het komt toch als een klap. De nieuwe seniorentelefoon die ik voor opa heb gekocht, ligt nog onuitgepakt op mijn eettafel. Ik huil voor mijn opa, die eerder dood zou gaan van geen bezoek, dan aan corona. Ik huil voor mensen met dementie, die nu extra verward en angstig zijn nu ze de vertrouwde gezichten van hun naasten moeten missen. Ik huil voor de echtparen die sowieso al uit elkaar gerukt waren omdat de één werd opgenomen en de ander thuis moest blijven wonen en elkaar nu al helemaal niet kunnen zien. Ik weet dat het voor een hoger doel is. Ik wil ook dat ze beschermd zijn. Maar oh, wat worden ze nu al gemist. En oh, wat maak ik een diepe buiging voor de verzorgenden, die naast de coronastress geconfronteerd worden met deze heftige verandering, en hier hun weg in moeten vinden. Heel veel sterkte, en zoals mijn opa zegt: ‘Wat moet dat moet. We houden de moed erin.’
Welke creatieve manieren hebben jullie om contact te onderhouden met naasten, nu het bezoekverbod van kracht is? Reageer hieronder of mail naar redactie.tvv@bsl.nl
Ik hoor net dat Familienet gratis beschikbaar is gesteld voor alle zorginstellingen. Een mooie manier om toch een beetje dichtbij te kunnen zijn…