Meneer Dijkstra is een trotse man van de oude stempel. Hij woont in een klein dijkhuisje, waar hij sinds de oorlog met zijn vrouw heeft gewoond. Kinderen en familie heeft hij niet en zijn is vrouw een aantal jaar geleden overleden. Sindsdien is hij eenzaam en is hij niet alleen haar, maar ook de warmte in zijn hart verloren.
Verzorgende Marja komt twee keer per week bij meneer Dijkstra langs om zijn katheter te spoelen en hem te begeleiden bij het douchen. In de tijd dat ze er komt, is hij behoorlijk bij de pinken, doet hij liever alles zelf en moppert eigenlijk de hele dag. Hij ziet haar liever gaan dan komen en door zijn verbitterdheid ziet ook zij tegen de huisbezoeken op. Wanneer ze zijn rug inzeept, krijgt ze regelmatig een stevige sneer. Maar ach, denkt Marja, het is mijn werk. Er kan niet altijd een gevulde koektrommel voor je klaar staan. Toch haalt ze altijd weer opgelucht adem als ze de deur achter zich dicht trekt.
Opendoen in onderbroek
De laatste tijd gedraagt meneer Dijkstra zich anders dan anders. Het lijkt Marja niet de bedoeling dat de toiletborstel op de eettafel prijkt alsof het een opfleurende bos met bloemen is en in zijn onderbroek de deur opendoen heeft Marja hem ook nooit eerder op kunnen betrappen. Wanneer ze vraagt of alles goed met hem is, blijken haar goed bedoelde bemoeienissen niet gewenst en vraagt hij haar of ze zich even aan haar takenpakket wil houden.
Een tijdje lukt het Marja om zich van haar meest professionele kant te laten zien. Ze houdt zich strikt en efficiënt aan haar zorgtaken, ze blijft vriendelijk glimlachen wanneer het gesnauw haar om de oren vliegt en houdt haar zorgen wijselijk voor zich. Meneer Dijkstra is ten slotte oud en wijs genoeg om zijn eigen keuzes te maken. Marja is trots op zichzelf en de 10 minuten extra voor de lieve mevrouw op de hoek zijn een mooie bijkomstigheid.
Zorgen maken
Toch blijft er iets knagen. Marja merkt dat haar gedachten in haar vrije tijd regelmatig afdwalen naar meneer Dijkstra. Hoe hij rondscharrelt in zijn dijkhuisje en door zijn gebrom zelfs de postbode wat huiverig heeft gekregen. Zijn eenzaamheid raakt haar. Hij is ook maar een mens en ze maakt zich zorgen.
De laatste keer dat ze er was, stond het fornuis nog aan en de kaarsen uitblazen bleek meneer Dijkstra inmiddels ook wat overbodig te vinden. Ze heeft bij elk bezoek meer angst voor wat ze zal aantreffen en realiseert zich dat ze meer naar hem zou uitreiken wanneer het haar eigen opa was geweest. En die gedachte laat haar niet los. Ze vraagt zich af: houdt mijn verantwoordelijkheid echt op als ik de deur achter me dichttrek?
Wat is goede zorg?
Een paar dagen later brengt Marja de casus in tijdens ons overleg. Ze ploft moedeloos in een stoel en vertelt dat ze niet weet wat ze ermee aanmoet. Als ze de situatie schetst vraag ik haar wat in haar ogen goede zorg is voor meneer Dijkstra in deze situatie.
Ik merk dat Marja door het bomen het bos niet meer ziet en er van alles door elkaar heen loopt. Haar professionele verantwoordelijkheid, irritatie, zorgen, haar persoonlijke normen en waarden en haar eigen hart dat geraakt is. Ik stel haar de vraag hoe zij zich voelt wanneer ze aan het werk is bij meneer Dijkstra.
Marja heeft de overtuiging dat professionaliteit betekent dat haar persoonlijke gevoelens en opvattingen geen rol mogen spelen in haar werk. Daardoor kropt ze alles op en is het moeilijker voor haar om echt contact te maken met meneer Dijkstra en te kunnen zien welke behoeften en belangen er eigenlijk onder zijn gedrag liggen. Om antwoord te kunnen geven op de vraag wat goede zorg is voor meneer Dijkstra, zal Marja dus eerst meer inzicht moeten krijgen in haar eigen beweegredenen van haar handelen.
Ethische reflectie
Ik vraag haar wat haar het meest irriteert en waarom? Marja benoemt dat ze vindt dat zij het niet verdient om zo onaardig behandeld te worden. Ze is er ten slotte om hem te helpen. We bespreken waarom haar dit gevoelig ligt en haar eigen opvoeding van vroeger blijkt hier een grote rol in te spelen. We zijn het erover eens dat meneer Dijkstra niets kan doen aan het feit dat zijn gedrag dus een persoonlijke trigger is voor Marja. Nu Marja haar persoonlijke opvattingen kan scheiden van haar professionele opvattingen kunnen we verder kijken. Welke afwegingen moet Marja maken om tot goede zorg te komen? Waar begint haar verantwoordelijkheid en waar houdt deze op?
Samen zetten we op een rij wat we weten van meneer Dijkstra en wat voor hem belangrijk is. Ik vraag Marja of ze denkt dat meneer Dijkstra zich in hun contact als persoon erkend heeft gevoeld. Met grote ogen en een tikje beschaamd kijkt ze me aan. ‘Nee, eigenlijk niet. Ik heb me vooral op het uitvoeren van mijn zorgtaken gefocust, niet op hem als persoon’, zegt Marja. Ze realiseert zich dat ze zo bezig is geweest met het uitvoeren van haar taken, dat ze helemaal geen ruimte heeft gehad voor het contact van mens tot mens.
Ik leg Marja uit dat de kern van goede zorg gaat over afwegingen kunnen maken in een individuele situatie. Soms moet je afwijken van de algemene normen en regels om uiteindelijk tot je doel te komen. Hierbij spelen zowel beroepsmatige als persoonlijke verantwoordelijkheden altijd een rol en gaat je uiteindelijke keuze over het spanningsveld hiertussen.
In deze situatie is de beroepsmatige verantwoordelijkheid van Marja om meneer Dijkstra binnen de tijd op een goede manier gewassen te hebben zoals haar opdracht omschrijft. Haar persoonlijke verantwoordelijkheid is het contact van mens tot mens om haar handelen aan te kunnen passen op wat meneer Dijkstra precies van haar nodig heeft.
Wat is ze mooi
De eerstvolgende keer, besluit Marja het anders aan te pakken. Nadat het douchen erop zit, loopt meneer Dijkstra zoals gewoonlijk direct naar de voordeur om haar uit te laten. Marja blijft nog wat ongemakkelijk rondhangen en haar oog valt op de foto van zijn vrouw. Ondanks het zichtbare ongeduld van meneer Dijkstra raapt ze de moed bij elkaar en benoemt haar schoonheid. Ergens in zijn verharde blik vangt ze een glimp op van een vertederde zachtheid in zijn ogen. ‘Nou hè’, zegt hij, terwijl hij verlegen wegkijkt. Omdat ze zich nog wat onzeker voelt en hem niet wilt overdonderen, maakt ze de afweging om het hier voor nu bij te laten. Met een voorzichtige glimlach trekt ze de deur achter zich dicht.
Van verleden naar de toekomst
In de dagen die volgen gooit ze meer in de strijd. Ze vraagt voorzichtig naar zijn verleden en langzamerhand ziet ze de ijskoude man een beetje ontdooien. Ook zij voelt zich steeds meer ontspannen en haar hart gaat uit naar alles wat hij heeft meegemaakt. Hij geeft schoorvoetend toe dat hij er zelf niet altijd meer uit komt en het toch wel fijn vindt om het één en ander uit handen te geven. Nu ze de ingang naar zijn verleden gevonden lijkt te hebben, besluit ze een gokje te wagen naar de toekomst.
Ze vraagt hoe hij zijn toekomst voor zich ziet en welke dromen hij nog heeft. Hij antwoordt dat hij zijn dromen jaren geleden al heeft opgegeven. Hij wacht geduldig tot zijn dag gekomen is in de stille hoop dat zijn vrouw op hem wacht. De enige wens die hij nog heeft is dat de dood hem in zijn eigen bed zal vinden. Hij is namelijk niet van plan om bij oude mensen in een ‘tehuis’ te zitten.
Marja zegt dat ze goed begrijpt dat hij de dierbare plek vol herinneringen aan het leven met zijn vrouw niet wilt verlaten. Het is tenslotte het enige tastbare dat hij nog heeft. Zonder dat Marja het kon vermoeden raakt haar begrip de juiste snaar. Dat zo iets simpels zo veel verschil kan maken had
Ze benoemt voorzichtig dat ze hem kan helpen om de mogelijkheden te onderzoeken. Om samen te kijken hoe hij zo lang mogelijk veilig thuis kan blijven wonen en hulp kan krijgen bij de dingen die wat moeilijker voor hem zijn geworden. Met een open blik kijkt hij haar dankbaar aan en schuift de koektrommel haar kant op.
Marja kijkt op haar horloge en ziet dat ze te laat is voor haar huisbezoek bij de lieve mevrouw op de hoek. Ze neemt afscheid van meneer Dijkstra en ziet hem zwaaiend in de deuropening staan. Ze glimlacht en realiseert zich dat als we ons hart laten spreken, er altijd een ingang te vinden is. Ze weet wat haar te doen staat en besluit de volgende dag de casemanager in te schakelen. Tijdens het volgende overleg doet Marja verslag van de afgelopen weken. We zijn allemaal onder de indruk van haar handelen.
De kracht van ethiek
Ethiek gaat over het nadenken wat goede zorg is en het onderzoeken welke keuzes je maakt. Door soms even stil te staan en na te denken waarom je iets juist wel of niet doet, kun je er soms achter komen dat je een situatie ook vanuit een andere bril kunt bekijken. De keuzes die jij elke dag maakt zijn bepalend voor het leven van degene aan wie je zorg verleent. Daarom is het goed om je soms af te af te vragen waarom je de dingen doet zoals je ze doet. Doordat Marja naar zichzelf heeft gekeken, heeft ze een andere keuzes kunnen maken die heel goed waren voor de zorg voor meneer Dijkstra en is ze zelfs haar werk leuker gaan vinden.
Soms is het moeilijk hier in de praktijk de tijd voor te vinden maar iedereen kan hier zelf al kleine stappen in maken. Stel jezelf wat vaker de ‘waarom’ vraag en bespreek dit bijvoorbeeld met een collega of in je teamoverleg. Je kunt ook met je leidinggevende overleggen of jullie een ‘Moreel Beraad’ zouden kunnen voeren. Dit is een gesprek waarin je samen een voorbeeld uit de praktijk onderzoekt als je even niet meer weet welke kant je op moet. Iemand die hier ervaring mee heeft, helpt jullie hiermee door het gesprek te leiden en vragen te stellen.
Een paar voorbeeldvragen die je jezelf of elkaar zou kunnen stellen zijn:
Waarom heb ik zo gehandeld?
Wat raakt mij in deze situatie?
Hoe zou het anders kunnen?
Wat is goede zorg in deze situatie?
Door samen wat vaker stil te staan en onszelf een beetje beter leren kennen, kunnen we een ander beter helpen. En daar gaat het in de zorg ten slotte om.
Pien Neve is adviseur Zorgethiek & Innovatie. Ze onderzoekt en begeleidt ethische vraagstukken zowel in het beleid als in de praktijk van de zorg. Meer informatie: www.pienneve.nl