Het zijn dikke vriendinnen. Ze (her)kennen elkaar van de huiskamer in het verpleeghuis. Ze zitten naast elkaar, vaak hand in hand. Ze kennen elkaars naam niet. Maar ze vinden steun aan elkaar. Altijd naast elkaar.
Reageren op emoties
Beiden hebben ze dementie. Beiden kunnen ze niet goed uit hun woorden komen. En toch voeren ze dagelijks hele gesprekken. Voor niemand te volgen of te begrijpen, behalve voor hen. Ze gebruiken woorden die niet passen, woorden die niet bestaan, woorden die niet kloppen in hun zinnen. En toch reageren ze op elkaar. Ze reageren op elkaars emoties. Zegt de een iets heel vrolijk, dan reageert de ander op die vrolijkheid. Is de ander ongerust, dan wordt er op een kalmerende toon gebrabbeld. Het is prachtig om te zien, deze oude dames in hun eigen wereld.
Dan wordt een van de dames ziek. Bedlegerig. Het gaat slecht. De andere vriendin zit er verloren bij. Ze snapt niet waar haar vriendin is. Voelt zich alleen, onveilig. Ik breng haar in haar rolstoel naar haar bedlegerige vriendin. Wat volgt is misschien wel een van de mooiste momenten uit mijn werk met ouderen.
Huilen
De vriendinnen zien elkaar, moeten huilen. Allebei dikke tranen. Er wordt getroost. Gekust. Tranen worden van rimpelige wangen geveegd. Er worden zorgen uitgesproken en er wordt kalmerend over handen geaaid. Ik laat de dames alleen in dit intieme moment. Wel in de buurt, een kamer verderop. Ik hoor de dames praten, hoor een paar keer het woord ‘dood’. ‘Lief.’ ‘Alleen.’ In woorden is hun gesprek niet te begrijpen, in gevoel is alles duidelijk.
Dan roept de ene vriendin me: ‘Freta!’ Ik begrijp wie ze bedoelt. Ik neem haar weer mee. Het is goed zo. Een mooi afscheid. De bedlegerige vriendin overlijdt een dag later.
En voor de achterblijvende vriendin is het goed.
Freya Flach en Hanneke van de Pol verzorgen trainingen voor zorgverleners en mantelzorgers bij ‘Zeg ja bij dementie’ en schreven het gelijknamige handboek.