Als wijkverpleegkundige Hetty Bos een klinische les mondzorg krijgt van specialist ouderengeneeskunde en onderzoeker Gert-Jan van der Putten, is ze geraakt: ‘Hij vertelde dat 80 procent van de ouderen die in het verpleeghuis komen een slechte mondgezondheid hebben. Hierbij liet hij een paar heftige plaatjes zien van vieze gebitten die hij in het verpleeghuis tegenkwam. Ik vond dat zo erg, dat ik besloot om hier meer mee te doen.’
Mis in de thuiszorg
Bos realiseert zich dat er een taak bij de thuiszorg ligt als het gaat om het gezond houden van het gebit van de cliënt: ‘Want het gaat eigenlijk bij ons al mis. Voordat mensen in het verpleeghuis komen, zijn wíj degenen die hen zien. Vaak zijn ze het contact met hun tandarts verloren. Omdat ze dit bijvoorbeeld door beginnende dementie vergeten, omdat ze niet mobiel zijn, of omdat ze incontinent zijn geraakt. Als iemand in zorg gaat, gebeurt er zoveel in zijn leven. Een tandartsbezoekje komt dan vaak onderaan op het lijstje te staan.’
Ook denken veel cliënten -én hun familieleden- dat een tandartsbezoek sowieso niet nodig is, merkt Bos: ‘Ze denken bijvoorbeeld onterecht dat er naar een kunstgebit niet omgekeken hoeft te worden. Maar er moet wel degelijk in de mond gekeken worden, want een prothese die niet goed schoon is kan alsnog ontstekingen geven. Ook kan de prothese na een aantal jaar niet meer passen, wat voor pijn kan zorgen. Als een tandarts zelf ook verzuimt om cliënten die wegblijven na te bellen, dan kijkt er niemand meer naar het gebit.’
Gevolgen slechte mondzorg
En dat kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. Zo kan ontstoken tandvlees (parodontitis) het lastiger maken om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden bij mensen met diabetes. Verder tonen verschillende studies aan dat vergevorderde parodontitis vaak samengaat met hart- en vaatziektes. ‘Als tandvlees ontstoken is, of er wondjes zijn, is dit een mooie entree voor bacteriën om het lichaam binnen te dringen’, legt Bos uit, ‘en dan hebben we het nog niet eens over de pijn die iemand in de mond kan hebben door een slechte mondgezondheid. Waardoor de cliënt bijvoorbeeld minder goed eet.’
Zorgverleners komen soms schrikbarende gebitten tegen, vertelt Bos: ‘Sommige mensen dragen al vijftig jaar hun eerste kunstgebit, dat ze voor hun huwelijk kregen. Die zit zwartgeblakerd in de mond en past allang niet meer. Cliënten realiseren zich niet dat iedereen elke vijf jaar een nieuwe prothese mag aanvragen via de basisverzekering.’ Ook herinnert Bos zich een dame die haar prothese al drie jaar lang in hetzelfde bakje water had staan.
Weerstand bij mondzorg geven
Om meer aandacht te geven aan mondzorg, ontwikkelde Bos een preventieproject. Ook maakte ze samen met verpleegkundig specialist Marie-Anne Brunt en Tineke van Dis een leermodule voor zorgverleners van Buurtzorg Nederland. ‘Want wanneer wij als zorgverlener alert zijn op goede mondzorg, kun je zoveel problemen voorkomen’, stelt Bos. ‘De focus ligt in de zorg toch vaak op de adl, wondzorg en decubituspreventie… de mond wordt algauw vergeten.’
Hoe komt dit eigenlijk? ‘Veel zorgverleners voelen weerstand bij het geven van mondzorg. Ze vinden het niet fris: het slijm, de etensresten…’ Toch is het belangrijk om je over deze weerstand heen te zetten. ‘Waarom bekommeren we ons wel om de kont, en niet de mond?’ vraagt Bos zich af. ‘Vooral als je voor mensen met dementie zorgt, is het belangrijk de mondgezondheid in de gaten te houden. Want zij kunnen het vaak niet aangeven als ze pijn aan hun mond hebben. Kiespijn kan zich dan uiten door onbegrepen gedrag.’
Tips mondzorg
Bos barst van de tips voor verzorgenden om de kwaliteit van mondzorg te verbeteren: ‘Laat een expert van buitenaf een klinische les over mondzorg geven. Stel in het team een aandachtsvelder mondzorg aan. Neem bij elke cliënt die je in zorg krijgt een vragenlijst af: de OHAT. Of de –meer toegankelijke- screeningsinstrumenten in de Swipe Guide. Hiermee breng je snel en makkelijk de mondgezondheid in kaart. Vraag of je cliënt nog naar de tandarts gaat. Kijk een keer mee bij het tandenpoetsen. Poets de prothese met een zachte zeep –geen tandpasta- en een geschikte protheseborstel en zet het droog weg, dus niet in een glaasje water.’
In de mond kijken
En kijk een keer in de mond van je cliënt, adviseert Bos. ‘Dat is voor veel mensen een intiem gebeuren en best spannend. Dus doe dit niet even tussendoor, maar pak er een rustig moment voor. Vertel van tevoren wat je gaat doen, en kijk dan met een zaklampje in de mond van je cliënt.’ Vraag je je af waar je op moet letten in die mond? Met de gratis app Swipe Guide vind je plaatjes van mondproblemen met instructies wat je eraan kunt doen.
Hulpmiddelen mondzorg
‘Er zijn ontzettend veel hulpmiddelen die mondzorg geven vergemakkelijken’, vertelt Bos, ‘weet wat voor gebit iemand heeft, om erachter te komen met wat voor tandenborstel je dit poetst. Een juiste tandpasta kan ontstoken tandvlees genezen. Als je ziet dat iemand een droge mond heeft, zijn er allerlei middeltjes die speekselvloed bevorderen. En kijk dan meteen naar welke medicatie als bijwerking een droge mond geven.’ Professionaliseer de benadering van de mond, en het geven van mondzorg wordt meteen een stuk leuker, aldus Bos. ‘en daarmee voorkom je meteen een hoop ellende voor je cliënt.’