Yvonne heeft een halfzijdige verlamming. Ze is geestelijk nog erg goed, maar de helft van haar lichaam zit haar in de weg. Ze kan zich verbaal moeilijk uitdrukken omdat ze veel moeite heeft met praten. Soms moet ze eerst wat woorden opschrijven voordat we haar begrijpen. Ze heeft behoefte aan structuur, alles moet op een vaste volgorde gebeuren. Eerst bijvoorbeeld de linkersok en -schoen, dan pas de rechtersok en -schoen. Is het haar niet naar de zin, dan roept ze hard: ‘NEE!’
De manier waarop ze dat zegt, is lastig met woorden uit te drukken. Er zit zoveel verontwaardiging en verbazing in, waardoor ik gelijk het gevoel krijg dat ik een grote fout heb gemaakt. Gelukkig was er, toen ik mevrouw voor de eerste keer ging helpen, een collega bij die me kon vertellen wat er anders moest.
Zenuwachtig
Afgelopen weekend moest ik voor het eerst alleen naar haar toe. Ik merkte dat ik er gewoon zenuwachtig voor was. Zowel door de vaste volgorde en de vele details, als het gegeven dat ze voor mij een uitzondering heeft gemaakt op de ‘geen mannen aan mijn bed’ regel. ‘Goedemorgen Yvonne, lekker geslapen?’ begin ik maar. ‘Vind je het goed dat ik je kom helpen met wassen en aankleden?’
Gelukkig knikt ze. Maar het gaat voor geen meter. Eigenlijk ‘moet’ ze deze dag gedoucht worden, alleen wil ze dat beslist niet. Ook het aankleden gaat niet goed. Door de zenuwen wil ik eerst de beide sokken aantrekken en ik krijg gelijk een harde ‘NEE!’ te horen. Yvonne kijkt me verontwaardigd aan. Hoe kan ik ook zo dom zijn!
Even bijkomen
Ondertussen loopt haar hondje vrolijk om ons heen, hij wil dat we opschieten, hij moet nodig uitgelaten worden. Opschieten, Berend! Na veel pogingen en vaak ‘NEE!’ weet ik niet meer wat ik moet doen. Toch lukt het me om haar aangekleed en wel in de rolstoel te krijgen. Ik merk dat mijn eigen frustraties aardig zijn opgelopen. Ik doe zo mijn best, is het echt zo erg als het een klein beetje anders gaat? Veel later dan dat de bedoeling was, loop ik uiteindelijk opgelucht de gang op. Pff … hier moet ik even van bijkomen, Yvonne waarschijnlijk ook.
Afwasmachine inruimen
Waarom Yvonne nou steeds gelijk zo hard ‘NEE!’ riep, begrijp ik pas een paar dagen later. Ik sta met mijn dochter in de keuken. Meestal ben ik degene die bij ons de vaatwasser inruimt, vandaag doet mijn dochter dit terwijl ik alles voorspoel. Ik kijk naar rechts en zie borden en glazen opeens op compleet andere plekken staan dan gebruikelijk. ‘NEE!’ roep ik. ‘Daar staat dat toch nooit!’ Mijn dochter kijkt me verbaasd aan. ‘Die grote borden moet je aan de andere kant zetten, zo gaat dat niet goed.’ ‘Dat weet ik toch niet,’ zegt ze geschrokken. Ook met de bakjes en de schaaltjes gaat het opeens anders. ‘NEE! Op deze manier zit hij toch zo vol!’
Opeens hoor ik Yvonne weer roepen, alleen ben ik het nu zelf die het zegt. Vaste structuren en gewoontes, ze sluipen er zo in. Ik kan me nog goed verstaanbaar maken en ben aardig mondig. Yvonne kan zichzelf niet meer duidelijk uitdrukken, ze had het liefst alles zelf gedaan, maar kan dit door haar beperking niet meer. Ook komt er steeds weer een ander haar helpen en nu zelfs nog een vent ook. Poeh, dat moet pittig voor haar zijn. Berend, probeer niet gefrustreerd te raken als ze een paar keer ‘NEE!’ zegt. Gewoon rustig blijven en opnieuw proberen! Voor haar is het ook niet makkelijk.
Ben je verzorgende en heb jij ook een interessante blog voor ons? Mail ‘m dan naar redactie.tvv@bsl.nl ovv blog!