Sabrina: ‘Een cliënt vertelde me dat hij als 8-jarig jongetje door zijn moeder naar het huis van zijn tante werd gestuurd. Op zijn vraag waarom moeder dat wilde, zei ze: “Dat zie je wel als je daar bent.” Daar aangekomen lag er een bruine boterham met kaas op een bordje in de keuken. Hij heeft de boterham helemaal opgegeten. Op de afdeling tijdens de middag broodmaaltijd vertelde meneer dit verhaal. Hij vroeg ons of hij niet fout was geweest om de boterham helemaal alleen op te eten, in plaats van hem te delen met zijn moeder die ook honger had. Dat schuldgevoel droeg hij zijn hele leven met zich mee. Ik geloof dat ik hem een klein beetje gerust heb kunnen stellen toen ik zei dat zijn moeder hem zeer waarschijnlijk voor die boterham naar het huis van tante had gestuurd, omdat dat is wat moeders doen. Hoe hij mij toen aankeek, zal ik nooit vergeten.’
Coreina: ‘Ik heb tot 2008 een van de laatste verzetsvrouwen mogen verzorgen. Haar verhalen bezorgden mij kippenvel maar zal ik nooit vergeten. Razzia, echtgenoot gefusilleerd, hoe zij achterbleef als 37-jarige met drie kinderen van 9, 6 en ½ jaar… Om nooit te vergeten.’
Astrid: ‘Kan me een cliënt nog heel goed herinneren. Deze mevrouw wilde nooit douchen. Na vele gesprekken en vertrouwen krijgen van mevrouw, durfde zij te vertellen over de gruwelijke dingen die zij heeft meegemaakt. De tijd dat mevrouw in het verpleeghuis woonde, is er nooit meer aan haar gevraagd of ze wilde douchen.’
HJ: ‘Het verhaal dat ik nooit ga vergeten is het verhaal van een meneer die erbij was toen baby’s werden doodgegooid tegen de muur en gezinnen werden doodgeschoten, waarop ze in een greppel vielen. Niet iedereen was dood, maar ze werden evengoed begraven. Deze meneer heeft nog steeds nachtmerries hiervan. Hij krijgt te horen dat hij een lastige man is om te helpen, omdat hij geen hulp kan aanvaarden en “dankjewel” wil zeggen, nooit meer, tegen niemand. Het breekt mijn hart dat deze man, en velen met hem, zo getraumatiseerd zijn als jongeman. En dat wij als nieuwe generatie dan iets van hem vinden.’
Petra: ‘Een echtpaar, zij Engelse, hij Nederlander. Ze hebben elkaar in de oorlog in Engeland leren kennen. Hij was in opleiding (spion). Het boek dat hij heeft geschreven, heb ik twee keer moeten lezen om de volledige omvang te kunnen begrijpen. Pure horror. Beide zijn kort na elkaar overleden op zeer respectabele leeftijd.’
Alina: ‘Ik hoor de verhalen soms met kippenvel op mijn armen aan. Zo vroeg een dementerende man mij of ik de oorlog ook had meegemaakt, waarop ik antwoordde: “Nee ik ben uit 1984.” Zo vertelde de man mij dat hij via het raam in zijn klaslokaal een vliegtuig had zien neerstorten. Als de sirenes afgingen moest hij in de gang van de school gaan liggen. Of een man die werd beschoten door angstige Duitsers, omdat de oorlog bijna ten einde was, terwijl hij even naar het dorp was geweest voor zijn moeder voor een boodschap. Kippenvel… dankbaar dat ik voor deze generatie mag zorgen… zij verdienen respect.’
Ingrid: ‘Eén thuiswonende cliënt begon te dementeren. Tijdens oud en nieuw werd de hele dag al zwaar vuurwerk afgestoken. In de avonddienst hoorde ik van haar een vaag verhaal. Ze was in paniek de straat op gegaan. Niemand liet haar binnen. Uiteindelijk is ze toch thuisgekomen. Ik probeerde haar onsamenhangende verhaal te begrijpen. Na wat vragen kwam ik erachter dat ze in haar jeugd tijdens de oorlog een bombardement vlakbij heeft meegemaakt. Hierbij is één kindje overleden. Zo sneu dat dit bovenkwam tijdens oud en nieuw.’
Wil je ook je verhaal delen? Dit kan op onze Facebookpagina of op Instagram.