Je spraak ontnomen door een flinke CVA. Opgesloten in je hoofd. Meer dan een soort gegil komt er niet meer uit je mond. Irritant vinden sommigen heel de dag dat gegil. In het benaderingsplan staat dat bij extreme verbale onrust de deur van je kamer dicht mag, om zo een prikkelarme omgeving te creëren. Prachtig omschreven.
Hand vasthouden
Maar het strookt niet met mijn zusterbrein… ik vind persoonlijk de drempel te hoog om de deur te sluiten. Ik verkeer in de uitzonderingspositie van stagiaire. Ik mag, nee ik móet dingen onderzoeken voor mijn stage. Ik zit naast haar en houd haar hand vast als ik tegen haar praat. Na een aantal dagen merk ik ineens dat mevrouw soms naar mijn hand grijpt. ‘Wilt u wat zeggen?’ Vraag ik als ze dat doet. Ik zie haar gezicht oplichten. Ik stel gesloten vragen want ‘ja’ of ‘nee’ kan mevrouw min of meer wel zeggen.
Als ik langs haar kamer loop, blijf ik heel bewust even staan in de deuropening. Soms zwaai ik even, soms blaas ik een handkus. Zonder woorden probeer ik haar te vertellen: ik hoef u niet te horen, want weet dat ik u zie. Ze gilt steeds minder vaak, omdat ze ziet dat ik haar niet vergeet als het stil is.
Het is soms moeilijk inschatten voor mij: heeft het CVA alleen de spraak aangetast of ook cognitieve schade veroorzaakt? En hoe ernstig dan? Mijn ogen worden mijn nieuwe oren. En langzaam worden haar handen en ogen haar nieuwe stem. Op een ochtend kom ik haar wekken en verzorgen. Als mevrouw in haar stoel zit, pakt ze ineens mijn hand. Voor ik kan vragen of ze iets wil zeggen, geeft ze me een kus op mijn hand, gevolgd door een stralende glimlach.
Ik schoot er compleet van vol.
We keken elkaar aan toen ik zei: ‘Soms heb je geen woorden nodig hè? Om iets zo duidelijk te zeggen…’ De les die ik leerde: wees eens stil, want dan is er meer dan stilte. Houd je ogen open, want dan hoor je zoveel. En houd een mens af en toe vast, om iemand letterlijk te laten voelen: ik zie u.
Dankjewel mooi mens voor wat u me hebt laten zien en geleerd heeft.