Lewy Body Dementie komt vaker voor dan veel verzorgenden denken. Tijd op de belangrijkste weetjes over deze vorm van dementie op een rij te zetten.
- LBD heeft vier belangrijke symptomen. Als je cliënt twee van deze symptomen heeft, dan kun je met enige zekerheid stellen dat hij LBD heeft. Officieel kun je pas écht vaststellen dat iemand aan LBD leed, als hij is overleden en de hersenen onderzocht worden. Daarom spreken we van een waarschijnlijkheidsdiagnose. De vier symptomen zijn:
- Sterke wisselingen in cognitie: je ziet grote veranderingen in de denksnelheid, alertheid, aandacht en geheugenmogelijkheden, motoriek en de emoties. Dus je cliënt kan van een moment van genieten schieten naar heel angstig of boos zijn. Of het ene moment lijkt hij heel helder, en het andere is hij heel verward. Of het ene moment kan hij zelfstandig opstaan, het andere ligt hij op de grond als hij een poging doet. GZ-psycholoog Magda Hermsen: ‘Verzorgenden en familieleden kunnen dit verwarrend vinden: “Hij doet het erom.” Maar dat is dus niet zo. De cliënt doet het niet expres, het hoort bij het ziektebeeld.’
- Regelmatig visuele hallucinaties hebben: ‘Vaak zien mensen met LBD mensen, kinderen of dieren als ze hallucineren, en kunnen ze dat gedetailleerd vertellen. Bijvoorbeeld: een cliënt ziet haar man bij haar in bed liggen, hij ligt tegen haar rug aan, waardoor ze zichzelf zelfs niet kan omdraaien’, legt Hermsen uit.
- Tekenen van parkinsonisme (niet veroorzaakt door Parkinson of medicatie en ook geen andere lichamelijke verklaring): De cliënt kan plotseling ‘freezen’, heeft last van een tremor, loopt schuifelend met kleine sloffende pasjes, loopt voorovergebogen.
- Slaapstoornis (REM-slaap gedragsstoornis): De cliënt is ’s nachts erg onrustig, roept, dwaalt, schopt de dekens weg, of droomt heel onrustig.
- Bepaalde medicatie werkt vaak averechts bij Lewy Body Dementie: Doordat LBD niet altijd wordt ontdekt, krijgen cliënten vaak onjuiste behandeling met medicatie. ‘Bij roepgedrag en agressie wordt vaak haldol ingezet, maar bij LBD verergert dit de symptomen juist,’ legt Hermsen uit. ‘Dat geldt ook voor de slaapmedicatie: vaak krijgen mensen met LBD allerlei benzo’s, maar daarvan raakt iemand met LBD alleen maar meer rusteloos.’ Als Hermsen vermoedt dat een cliënt LBD heeft, adviseert zij de behandelaar altijd om eerst de medicatie kritisch onder de loep te nemen. ‘Vaak geeft dat direct een enorme vermindering van gedragsproblemen en het vergroot dit het welzijn van de cliënt.’
- Een goede rapportage is belangrijk om LBD te herkennen: Vaak worden signalen van LBD gemist, omdat ze niet worden genoteerd, merkt Hermsen als haar hulp ingeroepen wordt bij bewoners die onbegrepen gedrag vertonen: ‘Wanneer verzorgenden bepaalde zaken noteren, wordt het voor de behandelaar makkelijker om te zien of de cliënt wellicht lijdt aan LBD, in plaats van bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer. Het is bijvoorbeeld belangrijk om slaapstoornissen en stemmingswisselingen te noteren. Dit zijn namelijk belangrijke kenmerken van LBD.’