Dit zegt lector en bijzonder hoogleraar Voeding en Beweging Peter Weijs van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Goede voeding en voldoende beweging is een uitdaging voor deze kwetsbare groep, door de thuisisolatie. ‘Je hoort veel over eenzaamheid bij ouderen, maar er ligt een gevaar op de loer waar ik me meer zorgen over maak: ondervoeding’, stelt hoogleraar Peter Weijs. Ouderen en kwetsbaren worden door de overheid geadviseerd om thuis te blijven. Dit betekent dat naasten in principe hun boodschappen doen. ‘Het is te hopen dat dit daadwerkelijk gebeurt’, aldus Weijs.
Sterfte door ondervoeding
Ondervoeding speelde al voor de coronacrisis een grote rol bij ouderen, vertelt de hoogleraar: ‘Wij weten dat in Amsterdam 1 op de 3 van de 80-plussers ondervoed is. Bij mensen die thuiszorg krijgen, is dit bijna 40 procent. Dat er nu veel ouderen sterven wordt geweten aan COVID-19, ik denk dat een groot deel eraan onderdoor gaat omdat ze niet goed voor zichzelf kunnen zorgen. Ondervoeding wordt niet meegenomen in de sterftecijfers, omdat het vaak niet vastgesteld wordt.’ Een slechte voedingstoestand heeft grote impact op het immuunsysteem, stelt de hoogleraar: ‘Hierdoor word je vatbaarder voor virusinfecties, zoals COVID-19.’
Weinig beweging, minder eten
Volgens Weijs komen de ouderen en kwetsbaren door thuisisolatie sneller in een negatieve spiraal terecht: ‘Doordat ze weinig bewegen, is er weinig eetlust, waardoor ze belangrijke voedingsstoffen niet binnen krijgen. Eiwitten zijn bijvoorbeeld essentieel om de spiermassa op peil te houden. Dit is voornamelijk te vinden in kwark, eieren, yoghurt, kaas en vlees.’ Het kan ook geen kwaad om een dagelijkse shot eiwit te nemen in de vorm van een eiwitverrijkt drankje, dat je in de supermarkt kunt kopen, aldus de hoogleraar. Daarnaast adviseert Weijs om ondanks de thuisisolatie zoveel mogelijk te bewegen: ‘Veel activiteiten vallen nu weg, dus mensen zitten meer dan ooit in een stoel. Blijf hier niet langer dan twintig minuten achter elkaar zitten, maar sta op om bijvoorbeeld een glas water te pakken in de keuken.’
Bezoekverbod
Zorginstellingen hebben een bezoekverbod om verspreiding van het virus te voorkomen. Om die reden moeten veel verpleeghuisbewoners op hun eigen kamer eten, in plaats van gezamenlijk in het restaurant. ‘Ook dat kan zorgen voor minder eten’, licht Weijs toe, ‘zien eten, doet eten. En als je eetlust al minder is door weinig beweging, is het nu nog moeilijker om je bord leeg te eten.’ Weijs ondertekende met andere deskundigen een brandbrief van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD), waarin aandacht werd gevraagd voor het behoud van een goede voedingstoestand bij ouderen.
Focus op besmetting
Hun zorgen worden gedeeld door dr. Canan Ziylan, docent-onderzoeker bij de opleiding Verpleegkunde van Hogeschool Rotterdam. Zij geeft regelmatig workshops aan verzorgenden en verpleegkundigen over (onder)voeding: ‘Voeding is al jaren een ondergeschoven kindje in de zorg, en ik vrees dat dat nu nog meer het geval zal zijn. De focus ligt op het voorkomen van besmetting met het coronavirus, terwijl voeding nog steeds heel belangrijk is. Zeker omdat er nu minder mantelzorgers langskomen, waarmee ouderen samen eten en die de koelkast in de gaten houden. Ook kan de gemoedstoestand van de oudere invloed hebben op de eetlust: we leven nu in onzekere tijden, waardoor cliënten minder trek kunnen hebben.’
Daardoor is het extra belangrijk dat verzorgenden cliënten goed screenen op ondervoeding: ‘Dit kun je gemakkelijk doen met SNAQ, of een ander screeningsinstrument dat de zorgorganisatie gebruikt. Als hieruit blijkt dat de cliënt ondervoed is of een risicogeval, kun je een diëtist inschakelen.’ Ook pleit de docent-onderzoeker ervoor dat ouderen zoveel mogelijk samen eten: ‘Als dit op anderhalve meter afstand van elkaar kan gebeuren, zou ik dit zeker doen. Als je iets gezelligs van de maaltijd maakt, zullen ouderen vaker hun bord leegeten. En nu ze weinig familie zien en geen activiteiten meer doen, is het eten een moment waarop de sleur doorbroken wordt. Het kan helpen door de tafel mooi te dekken met bijvoorbeeld andere servetten, een fleurig tafelkleed, niet sterk ruikende bloemen of LED-waxinelichtjes. Mensen die per se op hun kamer moeten eten, kun je laten videobellen met familieleden die ook eten. Zodat ze min of meer samen eten. Maar het zou het beste zijn als er live samen gegeten wordt.’
Liever vruchtensap dan thee
In de thuiszorg kunnen verzorgenden checken of het boodschappen doen nog soepel verloopt en in de koelkast checken of de cliënt voldoende heeft én opmaakt. Ziylan: ‘Je kunt de mantelzorger er ook op wijzen om meer eiwitrijke producten te kopen, als je bijvoorbeeld alleen beschuit en jam ziet staan.’ Ziylan maakt zich in deze tijd ook zorgen of ouderen voldoende vocht binnen krijgen: ‘Je kunt ook beter zorgen voor energierijke dranken. Dus liever geen water en thee, maar wel vruchtensap en zuiveldrank. En houd indien nodig vochtlijsten bij.’
Meer drinken
Tijdens de workshops die ze geeft, hoort Ziylan hoe creatief verzorgenden zijn in het bedenken van interventies om de cliënt beter te laten eten. ‘Zo had een verzorgende een placemat bedacht, waarop glaasjes stonden die ingekleurd kunnen worden als er een glas leeggedronken is. Als je het visueel maakt, wordt voor de cliënt veel inzichtelijker hoeveel of hoe weinig hij eigenlijk drinkt.’ Andere tips die de docent-onderzoeker geeft: focus je niet alleen op de hoofdmaaltijden, maar ook op de tussendoortjes. Zoals een eitje, blokjes kaas of plakjes worst. ‘Samen eten of drinken met de cliënt kan ook stimulerend werken.’
En wat als je alles hebt geprobeerd, en een cliënt nog steeds amper eet of drinkt? ‘Dan heb je je best gedaan’, erkent Ziylan. ‘Maar wat ik vaak hoor, is: “Meneer eet niet, ik zet het voor hem neer maar hij hoeft niks.” Dan denk ik: heb je wel echt alles geprobeerd? Je moet die professionele overweging wel maken. En ook weten wanneer jouw verantwoordelijkheid voor de voedingstoestand stopt, en het moet overlaten aan een andere zorgverlener, zoals een diëtist.’