Arp is een van de verzorgenden die na hun pensionering het werk niet vaarwel kunnen zeggen. Vakblad TVV voor verzorgenden interviewde hen voor dit artikel. Arp is met zijn 75 jaar de oudste. ‘Als ik hurk om iemand steunkousen aan te trekken, moet ik mezelf erna aan een tafel of stoel omhoog trekken. Dat gaat niet zo soepel als bij jonge collega’s. Toch kan ik het werk fysiek én mentaal goed aan.’
Waardering missen
Zijn geheim? ‘Optimistisch blijven. Het komt altijd wel weer goed. En ik kan mijn werk goed loslaten, lig er nooit wakker van.’ Arp werkte als verpleegkundige in een psychiatrisch ziekenhuis, toen hij met pensioen ging. Dit was niet helemaal wat hij ervan verwachtte: ‘Het voelde een beetje leeg, ik miste de contacten, de waardering en de zingeving. Daarnaast was mijn pensioen geen vetpot.’ Via via belandde hij in de thuiszorg, waar hij met veel plezier werkt.
Zoveel plezier, dat zijn baas nu een maximum op het aantal uren heeft gezet. ‘Ik werk best veel, er waren uitschieters van veertig uur per week. Van mijn baas mag ik nu maximaal dertig uur per week werken.’ Zijn contract loopt tot 1 juli, dan is Arp 76 jaar. ‘Als ik me dan nog net zo fit voel als nu, werk ik graag verder. Desnoods als vrijwilliger.’
Lees het interview met Frans Arp en de andere gepensioneerde verzorgenden hier >>