1. Met een urine sticken toon je een uwi aan

A. Waar

B. Niet waar

2. Afwijkend gedrag is een indicatie om te sticken

A. Waar

B. Niet waar

3. Na een antibioticakuur tegen een uwi bij ouderen is het slim om de urine te sticken om te checken of de urine nu bacterievrij is

A. Waar

B. Niet waar

4. Het heeft geen zin om urine te sticken van iemand met een verblijfskatheter

A. Waar

B. Niet waar

5. Wat is een typisch kenmerk van een uwi?

A. Verward gedrag

B. Pusafscheiding uit de plasbuis

C. A en B zijn waar

6. Hoeveel van de antibioticavoorschriften tegen een uwi bij verpleeghuisbewoners bleek uiteindelijk onnodig, omdat er geen sprake van een uwi was?

A. De helft

B. 1 op de 3

C. 1 op de 4

7. Bij hoeveel ouderen zitten van nature bacteriën in de blaas die geen kwaad kunnen?

A. Bijna 10 procent

B. Bijna 25 procent

C. Bijna 50 procent

8. Als je niet zeker weet of iemand een uwi heeft, is het goed om voor de zekerheid antibiotica voor te laten schrijven.

A. Klopt

B. Dat klopt niet

Antwoorden:

1B, 2B, 3B, 4A, 5B, 6B, 7C, 8B

In dit artikel vind je uitleg bij alle antwoorden >>