Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Afweergedrag bij mondzorg: 3 tips

Mondzorg geven aan iemand met dementie is niet altijd gemakkelijk. Om verschillende redenen kan de cliënt weigeren de mond te openen. Hoe kun je toch de tanden poetsen? Tandarts-geriatrie Peter de Goede geeft tips.
Foto: splitov27 / Stock.adobe.com

1. Sluit mondproblemen uit met een check door een tandarts

‘Er zijn drie belangrijke redenen dat iemand weerstand biedt bij mondzorg. Eén: de cliënt snapt niet wat er gaat gebeuren. Twee: de cliënt heeft geen autonomie. Drie: de poetsbeurt is pijnlijk omdat het gebit slecht onderhouden is. Laat de mond door een tandarts checken om die laatste reden uit te sluiten. Een alarmsignaal kan bloedend tandvlees zijn, dat meestal wordt veroorzaakt door ontstoken tandvlees. Een bloedende mond bij het tandenpoetsen kan verzorgenden het idee geven dat ze iets verkeerd doen, terwijl vaak het tegendeel waar is: je bent juist goed aan het poetsen. Een tandarts kan eventuele tandproblemen behandelen, zodat de mond gezonder wordt en de poetsbeurt geen lijdensweg.’

2. Zorg voor een positieve houding

‘Verzorgenden zeggen weleens tegen me: “Bij mij doen ze de mond niet open en bij u gaat het vanzelf”. Dat heeft te maken met de manier van benaderen. De valkuil is dat je wil dat de cliënt doet wat jij wil. Terwijl het uitgangspunt moet zijn: je doet wat híj wil. Maak van de poetsbeurt geen “moetje”, maar een moment van lekker tutten. Complimenteer de cliënt met hoe hij eruitziet, dat hij zo’n stralend gebit heeft als hij lacht. Stel voor om deze tanden even “lekker op te poetsen”. Vrouwelijke cliënten complimenteer ik meestal met hun uiterlijk. Tegen mannelijke cliënten zeg ik iets als: “Ik zie dat u een enorm stevig gebit hebt, daar moeten we even goed voor gaan zorgen”. Babbel gezellig door tijdens de handeling, zorg voor een fijne sfeer, zodat de cliënt zich op zijn gemak voelt. Sluit het poetsmoment altijd goed af, door bijvoorbeeld te zeggen: “Dat ging goed”. En niet iets als: “Jammer dat het niet gelukt is”. Zorg dat het positieve blijft hangen en jij en de cliënt tevreden zijn.’

3. Haal de weerstand bij jezelf weg

‘De cognitie van mensen met dementie gaat misschien achteruit, maar het emotionele deel van de hersenen werkt uitstekend. Hoe jij je als verzorgende voelt, pikt de cliënt met dementie feilloos op. Dus als jij tegen het mondzorgmoment opziet, zal de cliënt dit aanvoelen en sneller tegensputteren. Het is dus belangrijk dat je bij jezelf nagaat waarom je het moment van tandenpoetsen zo lastig vindt. Ben je bang dat de cliënt in je vingers bijt? Of ga je al naar de cliënt met een gevoel van het gaat toch niet lukken? Probeer deze gevoelens te tackelen. En als je een andere benadering uitprobeert, is er een grote kans dat die mond opeens wél opengaat. Besef dat hoe je erin staat, een groot verschil maakt in de reactie van de cliënt.’

Check voor meer tips het complete artikel hier >>

Dit artikel staat in het themanummer dementie van dementie, hier te bestellen >>