Meneer Ackerman heeft dementie en woont samen met zijn vrouw, die hem liefdevol ondersteunt. Als verzorgende Inès langskomt om hem te douchen, is meneer in de badkamer duidelijk het spoor bijster. Als hij de instructie krijgt om zijn gezicht te wassen, of om zijn tanden te poetsen, kijkt hij hulpeloos om zich heen: hoe dan? Waarmee dan?
In deze casus is het belangrijk om de tijd te nemen om erachter te komen waardoor meneer blokkeert, zegt Saskia Danen van de Dementie Academie: ‘Dat kan soms best een puzzel zijn. In het geval van deze cliënt namen we de inrichting van de badkamer onder de loep. We zagen dat er op het plankje voor de spiegel heel veel potjes en tubes stonden. Dit waren te veel prikkels om de taak “tanden poetsen” eruit te filteren. Door alle overbodige zaken in een mandje te doen en even weg te zetten, waren alleen de tube tandpasta en tandenborstel te zien. Zo werd de boel direct overzichtelijker. Dus door alleen neer te leggen wat er nodig is, wordt de opdracht duidelijker.’
Weerstand bij dementie
Volgens Danen komt het vaker voor dat mensen met dementie weerstand geven bij het zorgmoment. Dat kan al beginnen bij weigeren naar de badkamer te gaan. Danen: ‘Vaak ligt de oorzaak in het niet begrijpen wat er gaat gebeuren. Als ik een vraag niet snap, zeg ik ook nee. Want ik wil niet dat er iets gebeurt wat ik niet wil, dus nee antwoorden is veilig.’
Het is belangrijk om bij binnenkomst eerst de tijd te nemen om echt contact te maken met de cliënt, adviseert Danen. Als je een gehaaste indruk maakt, of vooral met de mantelzorger praat, dan is de kans op weerstand groter. Een open uitnodiging, waarbij je vooral non-verbaal communiceert, kan de weerstand weghalen. ‘Steek bijvoorbeeld je arm uit en zeg iets als: “Gaat u met me mee?” Als je in de badkamer bent, zet je de kraan vast aan vraag je bijvoorbeeld: “Is de temperatuur zo goed? Voel maar even…” Omdat de cliënt dan de badkamer ziet en het water voelt, is de kans groot dat hij snapt wat de bedoeling is.’
Verleiden
Het is de kunst om iemand te verleiden tot adl-zorg, stelt Danen. ‘Als de badkamer in de buurt van de cliënt is, kun je ook de badkamerdeur openzetten en alvast de douche aanzetten en hierbij neuriën. Waarschijnlijk komt iemand vanzelf nieuwsgierig om het hoekje kijken. Stel niet te veel vragen, want als die niet begrepen worden zegt iemand algauw nee. Als je van de cliënt weet dat hij het vervelend vindt om bloot te zijn, begin dan eerst met het wassen van het gezicht en de handen, zodat zijn kleren nog niet uit hoeven. Trek intussen steeds één kledingstuk uit.’
Om het gevoel van eigenwaarde en de zelfredzaamheid te vergroten, is het belangrijk dat de cliënt zoveel mogelijk zelf blijft doen, dus ook bij de dagelijkse zorg. ‘Als dit echt niet gaat, kun je de beweging helpen opstarten’, adviseert Danen, ‘dus je pakt iemands hand, doet de washand eromheen en begint de was-beweging op het lichaam in te zetten. Vaak zie je dat iemand vanzelf de beweging voortzet.’
Positief coachen
En net zoals je de startmotor soms moet aanzetten bij iemand met dementie, is het ook belangrijk om de stopmotor te activeren. Danen: ‘Als iemand blijft hangen op hetzelfde lichaamsdeel, kun je zijn hand rustig verplaatsen naar een ander lichaamsdeel. Voorkom negatief taalgebruik zoals “stop nu maar”, of “nee dat gaat niet goed”. Blijf positief en coachend. Zeg bijvoorbeeld: “Goed gedaan” en “was hier ook nog maar een beetje.” Het is ook belangrijk om de cliënt nog keuzes te geven: “Zal ik eerst uw rug wassen? Of eerst uw buik?” Zo geef je de cliënt nog eigen regie.’
Het kan soms even zoeken zijn om een cliënt zichzelf te laten wassen of de tanden te poetsen. ‘Zorg voor één instructie per zin, en wacht geduldig tot de cliënt dit oppakt’, zegt Danen. ‘Te veel instructies achter elkaar kan voor verwarring zorgen.’ Spiegelen kan ook helpen: pak zelf een washand en doe hem over je gezicht. Danen: ‘Je hebt kans dat de cliënt je dan nadoet.’
Rollen omdraaien
Verder herinnert Danen zich nog een mooie tip uit de praktijk. Als haar dochter als HBO-V student stageloopt in de wijk, heeft ze moeite met een meneer die alle zorg weigerde en niks wil. ‘Ik gaf haar de tip om heel erg te laten blijken dat ze nog lerende was, en hem om zíjn hulp moest vragen. Dus je draait de rollen om: de cliënt helpt jou, in plaats van andersom.’
Juiste toon
Al vindt haar dochter het eerst een ‘raar voorstel’, uiteindelijk komt ze razend enthousiast thuis. Danen: ‘Door deze nieuwe benadering draaide meneer als een blad aan een boom. Hij was ook echt trots toen mijn dochter hem bedankte voor zijn hulp: “Dit was echt goed voor mijn studie, ik heb veel geleerd”. Deze benadering is natuurlijk geen garantie voor succes, maar het is wel leuk om te zoeken naar de juiste toon.’