‘Ik ben een laatbloeier: toen ik 29 jaar was, nam ik mijn eerste tatoeage. Op mijn sleutelbeen liet ik de initialen van mijn vijf kinderen zetten, als een soort tribal. Nu vind ik ‘m spuuglelijk, maar toen was ik er heel blij mee. En was het hek van de dam; inmiddels heb ik twintig tatoeages. En ik ben nog lang niet klaar. Zo zou ik nog graag een Medusa laten tatoeëren op mijn borstkas, een heilig hart en cowboylaarzen, een Pink Panther, en zo kan ik nog wel even doorgaan…
Betekenis
Al mijn tatoeages hebben een speciale betekenis en emotionele waarde. Zo staan de elfjes voor mijn dochter, die als baby net een elfje was, een geschenkje, na mijn vier zoons. De zeepbellen en pauwen hebben met mijn autistische zoontje te maken. Hij kon heel lang niet spreken, maar vond het geweldig als hij bellenblaas of een pauw zag. Mijn vader had een tattoo van een oldschool hart op zijn arm. Na zijn overlijden heb ik dezelfde tattoo laten zetten, mét zijn as erin.
Spannende nachtdienst
Op mijn rechterbovenbeen staat een uil. Daarvoor kreeg ik inspiratie tijdens een nachtdienst in het verzorgingshuis, die ik samen met een collega draaide. Ze belde me vanaf de eerste verdieping: ‘Er is een uil in de gang.’ Ze maakte vaak grapjes, dus eerst geloofde ik haar niet. Maar het was echt zo: er was een uil via een balkon naar binnen gekomen en hij vloog laag door de gangen. Af en toe botste hij hierbij tegen de deuren van bewoners, die vervolgens allemaal op de bel drukten. Uiteindelijk hebben mensen van de dierenambulance de uil gevangen en buiten vrijgelaten. Ik vond het wel een goed verhaal, dus zette hem op mijn been.
Ik heb ook twee andere tatoeages die met de zorg te maken hebben. Onze afdeling werd enorm geraakt tijdens de eerste coronagolf in 2020. Bewoners werden ziek en kwamen snel te overlijden. Je zag het eerst aan hun blik: ze gingen vreemd uit hun ogen kijken. Vervolgens waren er veel valincidenten. We hadden amper beschermende middelen, maar je hielp bewoners natuurlijk direct als ze gevallen waren. Tijdens een avonddienst raapte ik drie bewoners van de grond. Vervolgens raakte ik zelf besmet, in april 2020.
Zorgtattoo
Ik lag drie weken ziek thuis, was heel erg benauwd, had overal pijn, had het koud… Een aantal dagen dacht ik eraan om 112 te bellen, zo benauwd was ik. Eenmaal terug aan het werk, was er een tatoeëerder –Dennis Tattooer– die klompen van het zorgpersoneel beschilderde. Kosteloos, om ons een oppepper te geven. Hij tekende zo mooi, dat ik zei: ‘Als corona voorbij is, mag jij mijn eerste zorgtattoo zetten.’ Uiteindelijk heeft hij een powernurse gemaakt: een vrouw die haar spierbal laat zien. Hij staat op mijn eigen spierbal, en herinnert me eraan dat ik me door die coronacrisis heb gesleurd. Want fysiek en mentaal was het echt ontzettend zwaar.
Getatoeëerd door dochter
De andere zorgtattoo staat op mijn been, en is gezet door de dochter van een cliënt, beter bekend als Tattoo Helma. Ik had een heel goede band met Helma’s moeder, die prachtige verhalen vertelde waar ik uren naar kon luisteren. ‘Kom een keer langs voor een tattoo’, zei Helma, nadat haar moeder was overleden. Dat kwam er niet echt van, totdat ze een winactie op haar Facebookpagina zette, waarbij ze een paar zorgtattoos verlootte. Ik deed mee, en won.
Deze tatoeage staat voor kracht. We hebben tijdens de coronacrisis zoveel meegemaakt waardoor we moe zijn. Er was te veel werk, te veel emoties, er gebeurde zoveel om ons heen. Ondertussen hielden wij zorgpersoneel moed en kracht. We waren de oppeppers van onze cliënten die niet naar buiten mochten en geen familie mochten ontvangen. Wij waren hun steunpilaren en troost, terwijl ons het water ook aan de lippen stond. Als ik dan die ene knipoog of een lief woordje van de cliënt kreeg, haalde ik daar mijn kracht weer uit om weer door te gaan. Maar de tatoeage staat ook een beetje voor de moeder van Helma, omdat ze zo speciaal voor me was.
Inkleuren
Cliënten reageren wisselend op mijn tatoeages. Op de afdeling somatiek had ik hele gesprekken over wat de betekenis erachter is. ‘Weet je dat dat er nooit meer af gaat?’ is een opmerking die ik vaak hoorde. Ik ga dan altijd het gesprek aan, uiteindelijk is er dan wel begrip. Op de pg-afdeling –waar ik nu werk- is een Indische dame die altijd ‘Wauw, mooi, mooi!’ roept, als ze mijn tattoos ziet. Anderen kleuren de tattoos op mijn armen in met viltstift. Er worden dagelijks kusjes op mijn getatoeëerde handen gedrukt.
Onvergetelijk was de 105-jarige vrouw die in de eerste week vol afschuw naar me keek. ‘Bah, ik vind het zo vies, het gaat er nooit meer af’, zei ze. Toen ze een keer gevallen was, hielp ik haar. Sindsdien kon ik niet meer stuk bij haar. Want ik bleek ondanks mijn tatoeages toch wel een heel goede zuster te zijn, haha.
Vals beschuldigd
Maar door mijn tatoeages heb ik helaas ook wel eens last gehad van vervelende vooroordelen. Zo werd er vijftig euro uit de kamer van een cliënt gestolen, waarop de familie direct met een beschuldigende vinger naar mij wees: ‘Dat heeft vast de zuster met de tatoeages gedaan.’ Heel kwetsend natuurlijk, maar gelukkig heeft mijn leidinggevende me altijd gesteund. Uiteindelijk bleek een collega van de nachtdienst de dief te zijn. Mijn leidinggevende wilde dat de familie mij excuses aanbood. Dat hebben ze toen gedaan.
Zuster met vogelnest
Ik vind het leuk om op te vallen. In de zorg mogen we geen sieraden, lange nagels, of nagellak. Nu zijn mijn tattoos mijn sieraden. Verder heb ik altijd hele bonte kleren aan, draag ik twee verschillende sokken en heb ik dreadlocks. Het is prachtig dat ik zelfs op de pg-afdeling direct door cliënten word herkend. Mijn kapsel valt het meest op, ik word regelmatig de ‘zuster met het vogelnest’ genoemd. Dat vind ik helemaal niet erg. Ik word liever gek oud, dan saai oud.’
Zelf heb ik nu mijn 4e tattoo en deze hebben ook voor mij allemaal een betekenis. Gisteren samen met mijn dochter en kleindochter een tattoo laten zetten van een tak met orchideeën. Mijn moeder is 7 juni overleden, en dit waren haar lievelings bloemen. Het heeft voor ons alle 3 een bijzondere betekenis.