1. Bij FTD zijn de frontale en temporale hersenschors aangetast: deze hersengebieden spelen een belangrijke rol bij het regelen van gedrag, emoties en taalvaardigheid, zegt GZ-psycholoog Magda Hermsen in het nieuwste nummer van Tijdschrift voor Verzorgenden. Hermsen werkt ook als consulent voor het CCE. ‘Bij sommige cliënten met FTD staan taalproblemen op de voorgrond, bij anderen gedragsveranderingen. Pas later komen geheugenproblemen.’
2. Bij de gedragsvariant worden zes kenmerken onderscheiden, cliënten met FTD hebben er minimaal drie: verlies van initiatief, niet kunnen plannen en organiseren, ontremming/impulsief gedrag, verlies van inlevingsvermogen, obsessief of herhalend gedrag, veranderingen in eetgedrag (te veel eten, of dingen eten die niet eetbaar zijn).
3. Wees origineel bij het bijsturen van negatief gedrag: Als je cliënt de gedragsvariant van FTD hebt, benadrukt GZ-psycholoog Hermsen dat het belangrijk is dat je als verzorgende op een creatieve manier vervelend gedrag bijstuurt Ze geeft een voorbeeld: ‘Voor een cliënt die steeds tegen deuren trapte, hebben we een voetbalgoal op de muur in de gang geschilderd. Met een zachte bal schoten we samen op het doel en maakten we lol. Dit herhaalden we steeds. Geleidelijk werd het nieuwe gedrag zo ingesleten. Het negatieve gedrag –tegen deuren trappen- verdween.’
Lees het hele artikel over frontotemporale dementie >>
3 weetjes over frontotemporale dementie (FTD)
In de nieuwste TVV lees je een uitgebreid artikel over frontotemporale dememtie (FTD). We lichten een paar zaken eruit.